Een bizarre dag

Een bizarre dag. LSG mist niet alleen twee basisspelers, ook de teamleider ontbreekt gedurende de eerste drie uren van de wedstrijd. “Problemen” dus bij LSG, maar zeker niet bij Braceland ESGOO, dat met meer Duitsers (7 als ik het goed geteld heb) -en daarmee ook gelijk meer ELO-punten- aantrad dan deze competitie tot nu toe gebruikelijk.
Gedurende mijn afwezigheid waren al twee partijen tot een einde gekomen. Edwin van Haastert en Michael Feygin kwamen al snel remise overeen. Jan-Willem de Jong kon naar eigen zeggen niets maken van het betonschaak van Kluyner.

Bij mijn binnenkomst in het Denksport Centrum in Leiden liet ik mij door beide spelers kort bijpraten over de situatie op de borden. Van hetgeen ik hoorde werd ik niet echt vrolijk en geheel volgens verwachting bleken Edwin en Jan-Willem gelijk te hebben. Het was weliswaar niet hopeloos, maar ESGOO had duidelijk de betere kansen.
De stand bleef nog even in evenwicht. Arjen van Benthem, een van de invallers, had een dynamisch evenwicht verkregen tegen Zyon Kollen. Het verlies van een kwaliteit was goed op te vangen geweest met een loperpaar en een pluspion. Arthur Pijpers kon zich tegen Rafael Fridman niet neerleggen bij “niets doen” en dat werd hem noodlottig. Daarmee nam ESGOO voor de eerste keer een voorsprong.

Voor de tijdcontrole werd het nog 2-3 door een puntendeling bij de partij tussen Michiel Bosman en Thomas Fiebig. Fiebig had in de slotstelling weliswaar een loper en een pion meer, maar de pion was een randpion en de loper van de verkeerde kleur. De tweede invaller aan LSG-zijde, Mark Irwin, had lange tijd de ondankbare opdracht teĀ  zoeken naar winstmogelijkheden in een nauwelijks betere stelling tegen Jaap Vogel. Pas na ongeveer vijf uur spelen kreeg hij toestemming een van de remisevoorstellen aan te nemen. De nog altijd aanwezige hoop op een goede afloop werd aangewakkerd door topscorer Mark van der Werf. Tegen Frank Kroeze had hij de gehele partij het betere van het spel. De verkregen materiaal voorsprong was uiteindelijk niet eenvoudig te verzilveren, maar Mark deed dit wel : 3,5-3,5

Er was op dat moment nog een verliespartij te verwachten van Raoul van Ketel (tegen Christaan Richter), maar Martin Roobol was met een kwaliteit voorsprong uit der eerste fase gekomen en Ivo Wantola leek hard op weg een zwaar bevochten remise te gaan halen tegen Sarah Hoolt (ondanks zijn loper achterstand), kortom de 5-5 leek haalbaar. In het laatste half uur pakte het toch anders uit. Raoul verloor inderdaad, maar dat deed Martin ook..
Daarmee was het pleit beslecht en was het feit dat Ivo Wantola inderdaad het T-T+L remise hield slechts van belang voor de statistieken.

(Folkert Jan Geertsma)